Champagne Unesco werelderfgoed

Sinds 2015 behoort de Champagne tot de UNESCO werelderfgoed. Dit werelderfgoed bevat de locaties waar de champagne werd ontwikkeld, de kelders en de champagnehuizen.

Unesco is het meest bekend om het verdrag omtrent werelderfgoed en de daarbij behorende lijst. Het verdrag zelf dateert uit 1972 en heeft als doel om erfgoed dat van unieke en universele waarde is voor de mensheid, beter te kunnen bewaren voor toekomstige generaties. Sinds 2015 hoort daar dus ook de Champagne bij! Genoeg reden voor ons dus om daar even in te duiken.

Romeinen en stille wijn
Er wordt al erg lang wijn gemaakt in de champagne streek. Het waren de Romeinen die druivenplanten meenamen naar veel gebieden in Europa. Ze namen het ook mee naar het meest noordelijke wijngebied van Frankrijk, de Champagne. Vanaf circa het jaar 300 waren witte en rode wijnen uit de Champagne populair. Ook na de val van de Romeinen bleef dat zo. Maar dat was stille wijn en dus nog geen mousserende wijn. Deze stille wijn was vaak erg zuur. Toch was de wijn er populair, ook bij bijvoorbeeld Lodewijk XIV! De eerste bubbels in de wijn, waren eigenlijk een ongeluk. En de flessen knalden dan ook vaak uit elkaar of de sluiting vloog eruit.

Ontwikkelingen vanaf 1670
Vanaf ongeveer 1670 gingen de ontwikkelingen in de Champagne snel. De flessen werden sterker en beter. De wijn werd langer bewaard in de flessen. De sterkere flessen konden ook vervoerd worden. De kurk werd vanaf 1685 gebruikt als flesafsluiting. Dit was het begin van allemaal ontdekkingen. De champagne werd in de 18e en de 19e eeuw steeds meer gewaardeerd. In de 18e eeuw ging het goed met Frankrijk en er werd heel veel champagne naar Parijs vervoerd. Lodewijk XV was er bijvoorbeeld gek op. Toen het minder ging in Frankrijk, na de Franse Revolutie, maakte Napoleon champagne bekend buiten Frankrijk. Hij ontdekte dus de exportmarkt van champagne. In de 19e eeuw werd champagne daardoor nog populairder. Vooral de Engelsen waren grote afnemers van champagne.

Dom Perignon
Een hele belangrijke naam in de ontwikkeling van champagne is Dom Perignon. Dom Perignon was keldermeester van de abdij van Hautvillers. Hij begon in 1668 als keldermeester en hij heeft tot zijn dood in 1715 een groot aantal verbeteringen en vernieuwingen doorgevoerd. De belangrijkste ontdekking uit deze tijd was hoe ze onder controle altijd konden zorgen voor de bubbels in de wijn. Dus niet meer per ongeluk, maar gecontroleerd mousserende wijn maken. Het is onduidelijk of Dom Perignon dit heeft ontdekt of dat het iemand anders was in dezelfde periode (er zijn verschillende verhalen). Rond 1700 waren de mensen er dus in geslaagd om structureel koolzuurgas te hebben in de wijn. Dus de eerste champagnes zoals wij het kennen.

Heuvels van de Champagne
Heel lang geleden, ongeveer 150 miljoen jaar geleden bedekte een oceaan het hele champagne gebied. Later trok de oceaan zich terug en bleef slechts een deel bedekken voordat deze helemaal verdween. Dit duurde miljoenen jaren. Algen, planten en dierlijke resten werden kwamen op de bodem terecht en vormden lagen die op elkaar stapelden. Die lagen zijn nu de heuvels van de Champagne. De heuvels zijn niet erg hoog, maar ze zijn wel belangrijk. Rivieren zoals de Marne en de Seine hebben door de jaren heen valleien gevormd in deze heuvels. Mensen hebben door de eeuwen heen gewassen verbouwd op de vruchtbare vlaktes, bossen geplant op de kleiplaten en wijngaarden aangelegd op de heuvels met kalkrijke grond. Voor de wijngaarden is de kalkrijke bodem heel belangrijk!

De heuvels bestaan uit een laagje vruchtbare aarde met daaronder dikke kalk en krijtlagen. Het totale gebied is van noord naar zuid ongeveer 150 kilometer. De bodemsamenstelling van de heuvels is heel belangrijk voor de kwaliteit van champagne. Kalk en krijt zijn een soort sponzen. Ze zijn perfect voor de waterhuishouding: goede afvoer van teveel regenwater en ook als het juist droog houden ze voldoende vocht vast. Ook neemt deze bodem warmte van de zon op overdag en als het dan ’s nachts koud is dan houdt het de warmte vast. Dit belangrijk omdat het gebied champagne op de grens ligt van het gebied waar wijnbouw op grote schaal mogelijk is. De meeste wijngaarden in de Champagne liggen op deze heuvels. Op een hoogte van 130 tot 180 meter boven de zeespiegel. Daardoor worden de wijngaarden beschermd tegen de voorjaarsvorst. Laaggelegen wijngaarden zijn namelijk kwetsbaar voor vorst. De heuvels zijn nergens heel hoog, maar ze zijn wel overal best steil. Hierdoor is de inval van het zonlicht bijna loodrecht. Dit is belangrijk tijdens het groei en rijpingsproces van de druiven. De zon heeft namelijk niet veel kracht in het voorjaar op deze noorderbreedte en daarom zijn de steile hellingen essentieel.

Kelders van de Champagne
De kelders van Champagne zijn ook bijzonder. Deze beroemde kelders, die teruggaan tot de Romeinse tijd, vormen een essentieel onderdeel van het erfgoed van de regio. De Romeinen gebruikten de dikke kalk en krijtlagen als steengroeve en hebben daarom 200 kilometer aan ondergrondse kelders achtergelaten! Deze kelders worden nog steeds gebruikt om champagne in te bewaren als ze vele maanden moeten liggen. De kelders hebben een perfecte luchtvochtigheid en een constante koele temperatuur. Dit zorgt voor een langzame en evenwichtige ontwikkeling van de wijn, waardoor de complexiteit en smaakintensiteit toenemen. Door de eeuwen heen zijn deze kelders zorgvuldig onderhouden en aangepast aan moderne productiemethoden, maar ze blijven een tastbaar bewijs van de lange geschiedenis van champagneproductie in de regio.

Champagnehuizen
Naast de heuvels en de historische kelders spelen ook de champagnehuizen een belangrijke rol in het behoud en de verspreiding van het erfgoed van champagne. Deze huizen, variërend van kleine ambachtelijke champagne producenten tot grote, internationaal erkende merken, dragen bij aan de innovatie, marketing en promotie van champagne over de hele wereld.

Er zijn ongeveer 10.000 champagnemerken. Merk is in champagne belangrijker dan het precieze gebied of wijngaard. Een champagnehuis kan meerdere merken hebben. Het merk heeft een eigen presentatie en bepaalt de stijl. Dat is belangrijker dan het precieze gebied, zoals dat juist belangrijk is bij de Bourgogne. Het is juist de samenstelling en de wijnmaker die zich onderscheidt. Elk merk van het champagnehuis staat voor een eigen huisstijl: die zelf ook elk jaar weer proberen te behouden. Ook dat is anders dan andere Franse wijngebieden, omdat eigenlijk elk jaar anders is qua klimaat en dus ook qua wijn.

Het oudste champagnehuis is Ruinart. Ruinart is opgericht in 1729 en is daarmee het oudste champagnehuis ter wereld. Het champagnehuis werd in 1728 opgericht nadat Louis XV het toestond om wijn in flessen te vervoeren. Het meest beroemde champagnemerk is Moët & Chandon. Wij werken graag met kleinere champagnehuizen, maar maken heel goede champagnes met hun eigen verhaal en stijl. Zoals André Clouet in Bouzy met vooral pinot noir. Met Diebolt-Vallois in Cramant met vooral chardonnay. Met Thevenet-Delouvin in Passy-Grigny met vooral pinot meenier. En natuurlijk werken we ook al meer dan 40 jaar met Bruno Paillard uit Reims: een blend van de verschillende druivenrassen. De champagne waar wij ooit mee begonnen te importeren!

Volgens het UNESCO horen de heuvels, de kelder en de huizen van de Champagne tot het het werelderfgoed. Het hele ontdekken van hoe deze wijn gemaakt kon worden in de 17e eeuw, maar ook de ondergrondse kelders in kalksteen die al door de Romeinen zijn gemaakt!

Daarnaast zijn de heuvels belangrijk voor de kwaliteit van de champagne.

Het hele productieproces van wijngaarden tot de verkoop van de champagne door champagnehuizen hoort tot het UNESCO erfgoed.

Het gaat hierbij om ontwikkelingen om beter worden en om een heel bijzonder proces om bubbels in een wijn te krijgen. De heuvels, kelders en huizen van champagne behoren pas sinds 2015 tot het UNESCO werelderfgoed.